30 oktober 2005

HET CDA OP HEKSENJACHT


Het gebeurt nogal eens dat iemand op latere leeftijd zo gegrepen wordt door het geloof dat hij het gevoel krijgt dat hij zijn roeping is misgelopen. Eigenlijk had hij predikant willen worden. Of pastoor als hij een iets andere levensbeschouwing heeft. Een enkeling probeert zijn droom te realiseren. Die gaat alsnog theologie studeren. De officiële kerken kijken soms wat vreemd tegen deze ‘late roepingen’ aan, maar accepteren ze wel. De Protestantse Kerken in Nederland hebben een speciaal studiefonds voor late roepingen. De katholieken hebben onder andere de priester- en diakenopleiding Bovendonk in Hoeven. De opleiding duurt zes jaar, vier jaar in deeltijd naast de bestaande baan, daarna springen de studenten (dat zijn er overigens nog geen twintig) in het diepe en volgen ze een voltijdopleiding in de vorm van een stage.

Hoe komen die studenten die eerste vier jaar door? Financieel gezien dan. Kunnen ze de studiekosten aftrekken? Als je daarnaar gaat zoeken op het internet, vind je niets. Zoekopdrachten als ‘kosten theologiestudie aftrekbaar’ of ‘kosten priesteropleiding aftrekbaar’ leveren geen relevante informatie op. Het lijkt wel of dit aspect van de opleiding als zo vulgair wordt beschouwd dat iedereen het beneden zijn waardigheid acht om daarover te spreken. De Heer roept immers; wie maakt zich dan nog druk om geld?
Goed, ik ben nu eenmaal vulgair. Ik denk dat het nog een hele toer wordt om de kosten van zo'n theologiestudie afgetrokken te krijgen – als de Belastingdienst althans op zijn strepen gaat staan. Wanneer kun je immers je studiekosten aftrekken? Dat kan alleen als je een opleiding of studie volgt om je financieel-economische positie te verbeteren óf om de kennis en vaardigheden op peil te houden die nodig zijn om in je huidige functie te blijven functioneren. Dat laatste is om te beginnen al niet relevant. Die late roepingen willen hun huidige functie niet houden. Ze willen een andere functie. Maar verbetert hun financieel-economische positie als ze pastoor of dominee worden? Dat zullen ze in de meeste gevallen niet waar kunnen maken. Een pastoor of dominee heeft geen topinkomen. Meestal zullen ze er zelfs in inkomen op achteruit gaan!

Maar goed, laten we eens aannemen dat de Belastingdienst zich coulant opstelt of dat de priesterstudent kan waarmaken dat hij er inderdaad in inkomen op vooruit zal gaan. Dan mag hij zijn studiekosten aftrekken. Zou daar een rel van komen? Is er ook maar iemand in Nederland die hem dat niet gunt? Zou een ‘heidense’ partij als de VVD of de PvdA daarover Kamervragen gaan stellen? De kans dat dit gebeurt, ligt nauwelijks boven nul procent.

Hoe anders liggen de zaken als iemand erin slaagt de kosten van een opleiding tot heks af te trekken! Ineens staan twee CDA-Kamerleden, Van Vroonhoven-Kok en Omtzigt, klaar om vragen te stellen aan de staatssecretaris van Financiën:
  1. Kan een opleiding tot heks afgetrokken worden van de belasting?
  2. Acht u deze opleiding nuttig voor het verwerven van de competenties op de arbeidsmarkt?
  3. Heeft het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, de Belastingdienst of enige andere instantie deze opleiding tot heks erkend?
  4. Zo deze studie gericht is op het vervullen van een beroep (voorwaarde voor de studiekostenaftrek), welk beroep is dat? Zijn hiervoor bij het CWI vacatures voorhanden?

Gelooft u nog steeds in het fabeltje van de Nederlandse verdraagzaamheid? Leest u deze vragen dan nóg maar een keer door. De Belastingdienst neemt jaarlijks tienduizenden beslissingen over de aftrekbaarheid van studiekosten. Maar uitgerekend deze beslissing pikt het CDA eruit om vragen over te stellen. Waarom zouden ze dat nou doen? Voor mij is het wel duidelijk. Katholieken en protestanten hebben inmiddels geleerd dat het contraproductief is als ze elkaar bevechten. Van moslims en hindoes zijn er intussen wel erg veel in dit landje, en ze hebben duidelijk te kennen gegeven dat ze hier niet meer weggaan. Dus zolang ze niet al te gek doen, moet het CDA ze wel accepteren. Maar iets exotisch als een aanhanger van het wiccageloof – dat is een engerd, die most niet maggen. Die hoort, net als in de zestiende eeuw, op de brandstapel thuis, en als dat vandaag de dag niet meer als beschaafd wordt ervaren, komt hem in elk geval geen belastingaftrek toe. Verbiedt de wet onderscheid te maken? Dat geldt dan toch zeker niet voor een aanhanger van zo'n raar geloof?

Hulde aan staatssecretaris Wijn van Financiën, zelf nota bene een CDA'er, die gezien de formulering van vraag 2 door de vragenstellers ook nog eens persoonlijk verantwoordelijk wordt gehouden voor de beslissing van de Belastingdienst. Wijn neemt die verantwoordelijkheid. Hij houdt vast aan het principe dat de wet voor iedereen geldt, zelfs voor mensen met een raar geloof.
Wijn legt uit: ‘In de aan de orde zijnde situatie ging het om een belastingplichtige die als artieste en actrice optrad bij festiviteiten en bedrijfstrainingen. De met de optredens behaalde opbrengsten zijn belast als inkomen uit werk en woning. De belastingplichtige wil haar activiteiten uitbreiden door workshops en educatie aan scholen en particulieren te gaan geven over de Middeleeuwen en hekserij. Daartoe gaat zij een centrum opzetten van waaruit zij zich met educatieve rollenspellen bezig zal gaan houden, maar van waaruit ook de huidige acteeractiviteiten doorgang blijven vinden. Gelet op deze specifieke omstandigheden hebben inspecteur en rechtbank geoordeeld dat de opleiding ertoe zou moeten leiden dat de belastingplichtige zich een belangrijke grotere vakkennis zou verwerven dan zij al bezat en dat zij zodoende haar vakbekwaamheid zou uitbreiden. Gelet op dat oordeel zijn de studiekosten gekwalificeerd als scholingsuitgaven.’
In dit geval wilde de betrokkene dus juist geen andere baan. Een beetje jammer; ik was benieuwd naar het antwoord op de vraag ‘Wat verdient zo'n heks nu eigenlijk?’ Maar de andere reden voor belastingaftrek, op peil houden van je vaardigheden, is net zo valide. En wie een goed verhaal heeft, krijgt dat gehonoreerd, of het nu een boekhouder is die meer wil weten over de IFRS-regels voor de jaarverslaggeving of een actrice die meer opdrachten verwacht als ze iets van hekserij weet.

En wat antwoordt Wijn op vraag 3 (‘Heeft het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, de Belastingdienst of enige andere instantie deze opleiding tot heks erkend?’)?
Dit: ‘Nee. Ik voeg daaraan nog toe dat de Belastingdienst geen opleidingen of cursussen erkent.’
Goed zo!


Sijtze Reurich

♦ ♦ ♦ ♦ ♦ ♦