11 november 2007

NRC HANDELSBLAD: KWALITEITSKRANT OF RUSSOFIELE LAWAAIPAPEGAAI?


NRC Handelsblad gaat door voor een kwaliteitskrant. Van de berichtgeving van zo’n krant moeten we een hoop kunnen leren! Laten we dus maar eens een stukje uit die krant onder de loep nemen. Het is geplaatst op 8 oktober 2007.

Van der Linden is ‘Kremlin-marionet’
Na het recente bezoek van voorzitter René van der Linden van de Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa aan de Baltische landen, ziet Estland de CDA-senator liever gaan dan komen.
Van der Linden bekritiseerde Estland vanwege zijn behandeling van de Russische minderheden in het land. Ook sprak hij zijn zorg uit over de verheerlijking van het naziverleden door de Esten.
Sindsdien kan Van der Linden in het parlement en de media van Estland weinig goed meer doen. Het dagblad Eesti Paevaleht bestempelde hem als Kremlin-marionet. Parlementslid Marko Mihkelson stelde dat Van der Linden zich ‘voor het karretje van de Russische propaganda heeft laten spannen’. In een open brief vroeg zegsvrouw Ene Ergma van het Estse parlement om het aftreden van Van der Linden.
Hij betreurt de open brief en zegt het ongepast te vinden zo'n beschuldiging publiek te maken voordat hij zelf het recht kreeg om te antwoorden. Verbaasd is hij ook dat de zegsvrouw op basis van uitspraken uit tweede hand reageert. Hij had liever gezien dat er werd ingegaan op zijn officiële verklaring. (MW)


Is dat nou alles? Van een kwaliteitskrant verwacht je toch dat die beide partijen aan het woord laat, zodat de lezer een afgewogen oordeel kan vellen? In plaats daarvan behandelt het artikel alleen het standpunt van René van der Linden. Bovendien wordt dat standpunt gebracht alsof het onloochenbare feiten betreft. De Russische minderheden in Estland (kennelijk is er meer dan één Russische minderheid, maar het stuk vertelt niet hoeveel het er dan zijn en waarin ze zich van elkaar onderscheiden) worden onderdrukt en Estland verheerlijkt zijn nazi-verleden. Punt. De Estse visie op de zaak komt niet uit de verf. MW (Merijn de Waal?), de auteur van het stuk, vertelt dat de Esten boos zijn omdat Van der Linden hetzelfde zegt als de Russen. Waarom die visie de Esten zo boos maakt, wordt niet verteld. Ten slotte meldt MW ook nog dat de Esten de woorden van Van der Linden verdraaien, maar niet hoe dan wel.
Oh ja, dat ook nog. Ene Ergma is voorzitter van het Estse parlement. Het is een beetje slordig om haar functie weer te geven als ‘zegsvrouw’.

Kortom, een zeer eenzijdig en tendentieus stukje. Niet bepaald iets dat je in een kwaliteitskrant verwacht. Dit stukje dwingt de lezer één kant op: de Esten zijn nazi’s die Russen onderdrukken, en die drommelse Van der Linden heeft het ze eens lekker verteld. Nu is de stelling dat Esten nazi’s zijn die Russen onderdrukken, voor NRC Handelsblad gesneden koek. Dat roept die krant al jaren. Dus dat er ineens een Van der Linden opduikt die dat ook roept, is voor de krant een godsgeschenk.

De feiten
En dan nu wat er echt aan de hand is.
René van der Linden is voorzitter van de Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa, die zich onder andere bezighoudt met mensenrechten. Onlangs heeft Van der Linden kritiek geuit op Estland. Estland zou zijn Russische minderheid onderdrukken, en dat zou blijken uit het feit dat de Russen niet mogen stemmen bij de lokale verkiezingen. Bij een bezoek aan Estland niet lang daarna hielp oud-premier Mart Laar hem uit de droom. Iedere ingezetene van Estland, dus ook een Rus, mag stemmen bij de lokale verkiezingen. Toen Laar vroeg waar Van der Linden zijn stelling vandaan had, antwoordde deze: ‘Uit rapporten van Amnesty International.’
De sfeer tijdens Van der Lindens bezoek was te snijden. De Esten waren weinig te spreken over diens valse beschuldigingen. Het gonsde ook van de geruchten dat Van der Linden belangen zou hebben in Rusland en daarom kritiekloos herhaalde wat de Russische pers, en in diens kielzog ook NRC Handelsblad, al jaren roept. Van der Linden ontkende het verontwaardigd.
Dat is toch wel iets heel anders dan wat NRC Handelsblad ervan maakt!

De ontmaskering
Van een journalist van een kwaliteitskrant kun je natuurlijk niet verwachten dat hij controleert of Van der Linden de waarheid spreekt. Dus heeft een lid van de Nederlands-Baltische Vereniging dat maar gedaan. Bestaan er rapporten van Amnesty International waarin beweerd wordt dat Russen niet mogen stemmen bij de lokale verkiezingen in Estland? Een briefje naar Amnesty International leverde de volgende reactie op: ‘In de rapportage van Amnesty International over Estland wordt met geen woord gerept over het stemrecht van de Russische minderheid in Estland. De heer Van der Linden heeft zijn bewering dus uit zijn duim gezogen.’ 1)
En die belangen in Rusland? Hier deed de Estse parlementariër Marko Mihkelson het werk dat van een kwaliteitsjournalist natuurlijk niet verwacht mag worden. Dit vond hij op de website van The Noble House Group:2)

PACE President Rene van der Linden volunteered to supervise the construction works. It is he who is the head of the supervisory board of Noble House Group.’


The Noble House Group is een bedrijf dat andere bedrijven helpt een Russische vestiging op te zetten. Van der Linden heeft dus inderdaad belangen in Rusland.

Kortom, de held van NRC Handelsblad is een miezerige leugenaar.

De geschiedenis
Oké, zult u zeggen, Van der Linden deugt niet, en NRC Handelsblad is duidelijk géén kwaliteitskrant, maar wat is er waar van die discriminatie van de Russen in Estland?
Ik zal u een stukje geschiedenis vertellen dat u in NRC Handelsblad in elk geval nog nooit gelezen hebt.

Daarvoor moeten we terug naar 1917. De bolsjewieken onder Lenin hebben in Rusland net de macht overgenomen. Niet iedereen kan zich vinden in de nieuwe regering. Er breekt een burgeroorlog uit, die een paar jaar later door de bolsjewieken gewonnen wordt. De Sovjet-Unie, zo heet Rusland nu, is een stuk kleiner dan het oude Rusland. De Russen zijn en waren altijd het grootste volk binnen Rusland, maar daarnaast wonen en woonden er honderden andere volkeren, vaak met talen die geen enkele verwantschap met het Russisch hebben. Tijdens de Russische Burgeroorlog hebben een paar van die volkeren zich vrijgevochten: Finland, Estland, Letland en Litouwen. Bovendien hoorde ook een groot deel van Polen bij Rusland. Ook de Polen hebben zich vrijgevochten. Het nieuwe Polen bestaat uit stukjes van het vroegere Rusland, het vroegere Oostenrijk en het vroegere Duitsland.
Die vijf landen zijn tussen 1918 en 1940 door iedereen erkend. Ook de Sovjet-Unie heeft zich neergelegd bij hun bestaan en onderhoudt diplomatieke contacten met die landen. Tot 1939. Dan sluit de Sovjet-Unie een verdrag met Hitler-Duitsland. Samen delen ze Polen op, en de Sovjet-Unie krijgt de vrije hand in Estland, Letland en Litouwen. Dat is het beruchte Molotov-Von Ribbentrop Pakt, naar de ministers van Buitenlandse Zaken die het hebben opgesteld. In 1939 vallen Duitsland en de Sovjet-Unie Polen binnen en delen dat land op. In 1940 bezet de Sovjet-Unie Estland, Letland en Litouwen en organiseert daar schijnverkiezingen. Het Russische persbureau Tass maakt de uitslag van de stemming in Letland al bekend terwijl de ‘verkiezingen’ daar nog in volle gang zijn. Klein regiefoutje. De nieuw verkozen ‘parlementen’ vragen het lidmaatschap van de Sovjet-Unie aan, en zo heeft de Sovjet-Unie er eind 1940 drie Sovjetrepublieken bij. Volgens de grondwet van alle drie de landen kon het land helemaal niet op die manier worden opgeheven, maar dat was wel het laatste waar de Sovjet-Unie zich druk om maakte.
Rusland ontkent tot op de huidige dag dat het zo gelopen is en beweert nog steeds dat Estland, Letland en Litouwen vrijwillig tot de Sovjet-Unie zijn toegetreden. Onze kwaliteitskrant NRC Handelsblad ook.
Het Pakt heeft het niet over Finland. Wordt Finland dan met rust gelaten? Nee hoor. Tussen 1939 en 1944 is de Sovjet-Unie ook in oorlog met Finland. Het lukt de Russen niet al te ver op Fins grondgebied door te dringen, maar er gaan wel grensgebieden verloren. In 1941 verbreekt Duitsland het bondgenootschap met de Sovjet-Unie en begint een nieuwe oorlog in het oosten. Finland komt nu aan Duitse kant te staan. In 1944 sluit Finland een afzonderlijke vrede met de Sovjet-Unie. Daarbij raakt het land een achtste van zijn grondgebied kwijt. Hoewel de Finnen aan Duitse zijde vochten, schrijft NRC Handelsblad nooit over het nazi-verleden van Finland…

Dat vermeende nazi-verleden van de Esten behandel ik misschien nog wel eens in een vervolgartikel. Het gaat nu om de positie van de Russen in Estland.

Russificatie
Estland werd dus in 1940 bezet door de Sovjet-Unie. In 1941 kwamen de Duitsers, die in 1944 op hun beurt weer door de Russen werden verdreven. Het is moeilijk cijfers te vinden over de aantallen mensen die daarbij het leven lieten. De meeste schattingen gaan ervan uit dat tien procent van de 1,1 miljoen inwoners van Estland door de Russen of de Duitsers zijn vermoord. De meesten door de Russen trouwens, maar het zal voor de slachtoffers weinig hebben uitgemaakt of ze door een Russische of door een Duitse kogel omkwamen.

Estland kwam verwoest en ontvolkt uit de Tweede Wereldoorlog. Een van de specialiteiten van Stalin, de toenmalige leider van de Sovjet-Unie, was het slepen met mensen. Tienduizenden Esten werden naar Siberië versleept. Sommigen mochten jaren later terugkomen, anderen zitten er nu nog. Voor hen in de plaats kwamen meer dan honderdduizend Russen.
Dankzij de gunstige ligging van Estland kwam het land er relatief snel weer bovenop. Al op het eind van de jaren vijftig was Estland een van de meest welvarende gebieden van het Sovjetimperium – en dus een geliefd oord voor Russen om zich te vestigen.
Direct na de oorlog vormden de Russen twee procent van de bevolking. De laatstgehouden volkstelling (van 2000) kwam uit op 25,6 procent Russen. Momenteel zal het percentage tussen 24 en 25 liggen. In het begin van de jaren negentig was het bijna 30 procent. Misschien denkt u nu dat er Russen het land zijn uitgejaagd, maar het ligt ingewikkelder. Tot Estland weer onafhankelijk werd, was er een groot verloop onder de Russen. Per saldo kwamen er echter meer Russen binnen dan er vertrokken. Na 1991 daalde het aantal Russen dat vertrok, maar kwamen er bijna geen Russen meer bij. Nu is er een vertrekoverschot in plaats van een vestigingsoverschot.
Daarnaast hebben zich tijdens de Sovjetbezetting ook vertegenwoordigers van andere volkeren in Estland gevestigd, zoals Oekraïners en Wit-Russen (in 2000 respectievelijk 2,1 en 1,2 procent van de bevolking). Voor de oorlog woonden er nauwelijks Oekraïners en Wit-Russen in Estland.

Na 1991
De val van de Berlijnse Muur in 1989 luidde het einde van het communisme in en ook het einde van de Sovjet-Unie. In 1990 herstelde Litouwen zijn onafhankelijkheid; Estland en Letland volgden in 1991.

Nu Estland, Letland en Litouwen weer onafhankelijk waren, moesten ze gaan afbakenen wie staatsburger was en wie niet. Litouwen sloot een akkoord met Rusland. De Russen beloofden op korte termijn al hun troepen terug te trekken uit Litouwen en in ruil daarvoor kregen alle inwoners die daar prijs op stelden meteen het Litouwse staatsburgerschap. Estland en Letland kozen een andere weg. De annexatie door de Sovjet-Unie was illegaal, dus alles wat er sindsdien gebeurd was ook. Estland en Letland gingen gewoon verder waar ze in 1940 waren gestopt. Mensen die toen Ests of Lets staatsburger waren, waren dat nu ook. Dat gold ook voor hun nakomelingen, zelfs als ze geen Ests of Lets spraken. Volgens het Verdrag van Genève van 1949 (een verdrag dat maar zelden genoemd wordt, omdat het veel machthebbers niet goed uitkomt) had iedereen die tijdens de Sovjetbezetting in Estland of Letland was komen wonen, eigenlijk moeten vertrekken. Estland en Letland stonden hen echter toe te blijven. Ze konden zelfs het staatsburgerschap aanvragen. Ze moesten dan wel een taaltest afleggen, waaruit moest blijken dat ze voldoende Ests of Lets kenden, en een eed van trouw afleggen aan de staat. Tussen twee haakjes: daarmee handelden Estland en Letland stukken coulanter dan Nederland na de Tweede Wereldoorlog. Dat heeft alle Duitsers uitgezet die zich tijdens de Duitse bezetting hadden gevestigd.

Een kleine kanttekening is hier nog op zijn plaats. In Litouwen is volgens de laatste cijfers maar zes procent van de bevolking Rus. De meeste Litouwse Russen spreken ook Litouws. Dat ligt in Estland en Letland anders. In Estland bestaat een kwart van de bevolking uit Russen, en in Letland zelfs nog iets meer. Een groot deel van die Russen spreekt geen Ests of Lets. De Russen in Litouwen zijn geen gevaar voor de eigen identiteit, die in de twee andere landen wel. Litouwen kon het zich veroorloven nóg coulanter te zijn dan Estland en Letland.

De houding van de Russen
Tijdens de Sovjetbezetting had het Ests in Estland een hele lage status. Russisch was de taal van de overheid en op de werkvloer in de grotere staatsbedrijven. Studeren kon in het Ests, maar promoveren moest in het Russisch. Hoe laag de status van het Ests was, blijkt wel uit de ervaring van een vriend van mij, toen hij op bezoek in Estland een keer in gesprek raakte met een paar Russen. Een van hen beweerde met veel aplomb dat de Russen in Estland in de meerderheid zijn. Nu is mijn vriend demograaf en kent hij de bevolkingssamenstelling in Estland uit zijn hoofd. Beleefd wees hij dus op de hem bekende cijfers, waaruit toch echt blijkt dat 68 procent van de bevolking Ests is. ‘Onzin,’ was de reactie, ‘jullie in Nederland tellen de varkens en de koeien toch ook niet mee?’
Goed, de Russen hadden dus de keus: de taal van de varkens en de koeien leren, vertrekken naar Rusland of blijven doormodderen in laaggekwalificeerde baantjes waar ze geen Ests hoefden te kennen.
Nu werkten veel Russen op het moment dat Estland de onafhankelijkheid herstelde, inderdaad in laaggekwalificeerde functies, meestal in de zware industrie. Daar werden overigens voor Sovjetbegrippen riante salarissen betaald. Alleen de partijbonzen verdienden meer. Die industrie produceerde vooral voor de binnenlandse (Sovjet‑)markt. Die afzetmarkt viel nu weg. Veel industriële bedrijven moesten sluiten. Veel Russen die toch al weinig zagen in een onafhankelijk Estland, kwamen op straat te staan.

Rusland zelf gooide nog eens olie op het vuur. Ook Rusland moest vastleggen wie Russisch staatsburger was en wie niet. Rusland besloot dat alle inwoners van de voormalige Sovjet-Unie Russisch staatsburger waren. Wie koos voor een andere nationaliteit, kwam echter niet meer voor de Russische nationaliteit in aanmerking. Een Armeniër die Armeens staatsburger wilde worden, kon niet ook nog eens de Russische nationaliteit krijgen. Tot zover is er niets mis met die regeling. Maar nu komt het. Dit alles gold niet voor inwoners van Estland, Letland en Litouwen. Die kwamen alleen voor het Russische staatsburgerschap in aanmerking als ze daar expliciet om vroegen. De Russen in Estland en Letland waren nu ineens stateloos. Dat maakte die bevolkingsgroep er niet gelukkiger op.
Toch had die status ook voordelen. Stateloze burgers hoeven geen dienstplicht te vervullen, niet in Rusland en niet in Estland. Bovendien hadden mensen met de Estse nationaliteit een visum nodig om Rusland te bezoeken sinds Estland weer onafhankelijk was. Statelozen niet; die konden zo Rusland in op vertoon van hun oude Sovjetpaspoort. Heel veel Russen in Estland hebben familie in Rusland, en gaan daar regelmatig op bezoek. Ook zijn stateloze Russische vrachtwagenchauffeurs zeer gewild bij transportbedrijven die op Rusland rijden.
Kortom: voor veel Russen is het helemaal niet aantrekkelijk om Ests staatsburger te worden. Ze moeten er een in hun ogen minderwaardige taal voor leren en moeten voortaan ook nog een visum kopen als ze naar hun familie willen. Terugkeer naar Rusland is vaak ook geen optie. Daar zit men ook niet te wachten op laaggeschoolden. Bovendien is Estland stukken welvarender dan Rusland. Estland heeft de afgelopen jaren trouwens veel geïnvesteerd in gebieden waar veel Russen wonen. De werkloosheid onder de Russen is momenteel nauwelijks hoger dan die onder andere bevolkingsgroepen.

Wel is er nog steeds een grote groep ontevredenen, die het moeilijk kan verkroppen dat de mensen voor wie ze zo’n minachting hebben nu ineens de lakens uitdelen. Bovendien krijgen ze informatie in een taal die ze niet beheersen en zien ze om zich heen steeds meer opschriften verschijnen in die taal. Ze voelen zich ontheemd. Dat is de groep waaronder Rusland voortdurend aan het stoken is. Bovendien loopt Rusland in alle internationale organisaties waar het lid van is, voortdurend te roepen dat de Russen in Estland en Letland gediscrimineerd worden en dat die landen een oplossing moeten zien te vinden voor het probleem van de statelozen. Inderdaad, voor het probleem dat Rusland zelf heeft veroorzaakt. De Russische pers blaast een dapper partijtje mee met de Russische regering en schrijft voortdurend dat de Esten en de Letten nazi’s zijn.3) Komt u dat niet bekend voor? Inderdaad, dat alles schrijft NRC Handelsblad ook al jaren. In dit muziekstuk heeft zich nu dus ook de heldentenor van René van der Linden gemengd. Dat hij vals zingt, valt niet zo op; dat doen alle zangers in dit stuk.

De Russen nu
Een deel van de Russen is inmiddels toch teruggekeerd naar Rusland. Van de Russen die zijn gebleven, heeft momenteel zo’n 45 procent de Estse nationaliteit. Een deel van hen stamt af van Russen die al vóór 1940 in Estland woonden, maar er zijn wel degelijk veel Russen die intussen Ests hebben geleerd en de Estse nationaliteit hebben gekregen.
Circa 22 procent van de Russen in Estland heeft de Russische nationaliteit aangevraagd en gekregen. Net als de statelozen mogen zij zonder visum Rusland in. Rond 33 procent is stateloos. Dat is de groep waar iedereen over praat. Sommigen van hen zijn gewoon ‘calculerende burgers’, die hebben uitgerekend dat ze meer baat hebben bij een onduidelijke status dan bij de Estse nationaliteit. Een groot deel is inderdaad slecht opgeleid, slecht geïntegreerd en zwaar ontevreden. Hun positie is te vergelijken met die van de blanke Boeren in Zuid-Afrika: vroeger de hoofdrol, nu een bijrol. Alleen hebben de Boeren zich daar inmiddels bij neergelegd. Soms veroorzaken groepjes ontevreden Russen relletjes. Die Russen lijken wel wat op onze eigen allochtone probleemjongeren… Maar net zoals het nogal kort door de bocht is om de Nederlandse overheid de schuld te geven van het bestaan van allochtone probleemjongeren, is het nogal kort door de bocht om de Estse overheid de schuld te geven van het bestaan van een niet-geïntegreerde minderheid. Wie de nuance zoekt, zal het daar direct mee eens zijn. En wie een slijpsteen voor de geest wil zijn, moet toch allereerst de nuance zoeken?

En hoe staat het met het kiesrecht? Wel, wie de Estse nationaliteit heeft, mag stemmen voor alle verkiezingen. Er bestaat ook een Russische partij, die in het parlement is vertegenwoordigd. Wie geen Ests staatsburger is, maar wel legaal in Estland woont, mag stemmen voor de lokale verkiezingen. Eigenlijk net als in Nederland. Estland doet daar echt niet geheimzinnig over. Het is beslist mogelijk je goed te documenteren voordat je wat gaat roepen. Zelfs voor een voorzitter van de Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa moet dat haalbaar zijn.

Kortom, van het dogma van NRC Handelsblad: gemene Esten die zielige Russen discrimineren, blijkt bij nadere beschouwing weinig te kloppen. En is NRC Handelsblad een kwaliteitskrant? Nou nee, meer een russofiele lawaaipapegaai…

  1. Brief en antwoord zijn gepubliceerd op Sneeuwbalt, een van de Yahoo-groepen gewijd aan de Baltische landen. Helaas heeft Yahoo eind 2020 alle Yahoo-groepen gesloten. De groepen waren nu juist zo'n prettig medium om informatie te delen met gelijkgezinden.
  2. Helaas is de bewuste website inmiddels verdwenen.
  3. Een vaak toegepaste truc van zowel de Russische pers als NRC Handelsblad is trouwens het ophogen van het percentage Russen in Estland, Letland en Litouwen door alle minderheden bij de Russen te tellen. Als je bijvoorbeeld in Letland de Oekraïners, Wit-Russen, Polen (jazeker, daar spreekt ook nog 2,5 procent van de bevolking Pools!) en nog wat kleinere groepen bij de Russen optelt, kom je op 41,2 procent. Dat klinkt toch veel beter dan 28,6 procent? Dat is het echte percentage Russen. Leest u NRC Handelsblad? Wedden dat u óók dacht dat het 41,2 procent was? Of dacht u dat het ‘bijna de helft’ was? Uw krant wil het percentage ook nog wel eens ruimhartig naar boven afronden.

Sijtze Reurich

♦ ♦ ♦ ♦ ♦ ♦