(Het Baltische Gebied, juni 2009)

Disclaimer

EEN BRIEF DIE NIET KAN


Op 7 oktober 1990 kwamen de eerste postzegels van het nieuwe Litouwen aan de loketten. De catalogus van Jankauskas geeft ze de nummers 457 t/m 460, de Michel ook. Het waren vier aandoenlijk primitieve zegels, zonder tanding en zonder gom. De drukker was Spindulys in Kaunas, die eigenlijk niet geëquipeerd was voor het drukken van postzegels. De afbeelding laat een engel zien naast een typisch Litouws kruis. Op de achtergrond zien we de kaart van Litouwen.

Op diezelfde dag, 7 oktober 1990, gingen meteen de binnenlandse posttarieven omhoog, en wel fors. Een binnenlandse brief kostte 5 kopeken; dat werd 20 kopeken.
Een binnenlandse briefkaart kostte 4 kopeken; dat werd nu 10 kopeken. Het buitenlandtarief veranderde niet. Dat kon ook nauwelijks, want de meeste correspondentie met het buitenland liep nog via Moskou, en daar werd Litouwen nog niet erkend als zelfstandig land. De nieuwe postzegels waren dan ook alleen geldig voor binnenlandse correspondentie.

Ik had in die tijd een correspondent in Kaunas. Hij heette Povilas Živatkauskas; hij is inmiddels overleden. Ik ben hem nog steeds erg dankbaar voor de brieven die hij mij toen stuurde. Ze zijn allemaal filatelistisch, maar bij elkaar geven ze een boeiend beeld van een land dat weer opkrabbelt na een jarenlange bezetting.
Zoals de brief van afbeelding 1: de vier zegels op een eerstedagbrief, verzonden naar Arnhem. ‘Loplerin’ was zijn schrijfwijze van ‘Loplein’. Litouwen was nog geen erkend land, dus de postzegels waren uitsluitend geldig in het binnenlandse verkeer. Daarom is een Sovjetzegel van 50 kopeken bijgeplakt. Die was wél erkend. 50 kopeken was inderdaad het tarief voor een internationale luchtpostbrief. Die zegel kreeg meteen ook maar het eerstedagstempel van Kaunas.


■ Afbeelding 1

Er bestaan overigens twee eerstedagstempels voor deze zegels. Het andere stempel is van Vilnius (afbeelding 2).

■ Afbeelding 2

Al anderhalve maand daarna durfde Živatkauskas het aan zijn brieven echt te frankeren met Litouwse zegels. Er gebeurde niets; de brieven werden zonder strafport geaccepteerd. Zoals de brief van afbeelding 3, verstuurd op 21 november 1990. Er zit een Litouwse zegel van 20 kopeken op en twee Sovjetzegels van 5 kopeken. Samen is dat 30 kopeken, en dat was precies het tarief voor een internationale brief die niet per luchtpost ging.


■ Afbeelding 3

Živatkauskas deed meer dan postzegels plakken op brieven naar Arnhem, hij fabriceerde ook binnenlandse brieven voor mij, die hij dan stuurde naar zijn eigen postbus en later doorstuurde in een brief zoals die ik boven heb laten zien. Zo heb ik ook een eerstedagbrief die lokaal verstuurd is, nu uiteraard zonder bijfrankering met een Sovjetzegel (afbeelding 4).


■ Afbeelding 4

In afbeelding 5 ziet u het aankomststempel op de achterkant, dat op de rand van de klep terechtgekomen is. Het aankomststempel was een erfenis uit de Sovjettijd, waar Litouwen nog jaren mee doorgegaan is. De brief is aangekomen op 9 oktober 1990.

■ Afbeelding 5

Afbeelding 6 is ook een zo’n brief naar zijn eigen postbus, maar dit is wel een hele bijzondere. Hier zit een nieuwe Litouwse zegel van 5 kopeken op als enkelfrankering. Let op de datum.


■ Afbeelding 6

Die datum is 6 oktober 1990, de dag vóórdat de zegels officieel uitkwamen. Afbeelding 7 laat het stempel nog eens goed zien.


■ Afbeelding 7

7 oktober 1990, de dag dat de zegels uitkwamen, was een zondag. De zegels waren op verschillende plaatsen al verkrijgbaar op vrijdag 5 oktober en zaterdag 6 oktober. Waarschijnlijk konden de kopers op het postkantoor de zegels op enveloppen plakken, een adres op de envelop schrijven en de envelop in een speciale bus of doos gooien. Dan kregen ze een paar dagen later de envelop met eerstedagstempel thuisbezorgd. De lokettisten zullen wel consigne hebben gekregen dat ze de zegels niet ter plaatse mochten afstempelen. Maar alles wat niet mag, gebeurt toch. Zo heb ik dus een brief met het stempel van 6 oktober; Ivo Steyn meldt dat er ook brieven met deze zegels bestaan met het stempel van 5 oktober.
Zaterdag 6 oktober was meteen de laatste dag dat een brief mocht worden gefrankeerd met 5 kopeken; op 7 oktober werd het tarief verhoogd tot 20 kopeken en kon 5 kopeken als enkelfrankering niet meer.
Afbeelding 8 laat de achterkant van deze bijzondere brief zien.


■ Afbeelding 8

De brief is bezorgd op dinsdag 9 oktober 1990, op dezelfde datum dus als mijn officiële eerstedagbrief. Ik vermoed dat Živatkauskas de brief, nadat hij de lokettist zo ver had gekregen dat deze hem ter plaatse afstempelde, in de bus voor de eerstedagpost heeft gegooid. De brief is dus op dezelfde datum in zijn postbus gelegd als de officiële eerstedagbrief.
Het andere stempeltje op de achterkant is een stempeltje van de coöperatie ‘TAU’. Die had de fraaie envelop met afbeeldingen van postzegels uit het interbellum uitgegeven en verkocht hem voor 20 kopeken.

Waarom zijn de brieven op dinsdag 9 oktober bezorgd en niet op maandag 8 oktober?
Ook daar is een plausibele verklaring voor. Waarschijnlijk is het eerstedagstempel van 7 oktober helemaal niet op 7 oktober geplaatst, maar op 8 oktober. Dat was ook veel gemakkelijker te organiseren dan als de Litouwse PTT personeel op een zondag had laten terugkomen voor een stempelklus.

Toch leuk dat er brieven zijn die eigenlijk niet kunnen. Aan de hand van zo’n brief kun je de gang van zaken bij een emissie aardig reconstrueren.


Literatuur
  • Ivo Steyn, ‘Litouwen: De eerste twee emissies’, Het Baltische Gebied No. 19 (december 1991), blz. 31-35.
  • Het eerstedagstempel van Vilnius komt van http://www.filatelija.lt/e_sa_0.htm.

Sijtze Reurich

♦ ♦ ♦ ♦ ♦ ♦