(Nederlandsch Maandblad voor Philatelie, april en mei 1992)
◄ Vorige pagina  Dit artikel is verdeeld over achttien webpagina’s.  Volgende pagina ►



Disclaimer

De Eerste Wereldoorlog
Op 1 augustus 1914 raakte Rusland betrokken in de Eerste Wereldoorlog (afbeelding 20). De meeste Esten zagen de oorlog als een conflict dat hun eigenlijk niet aanging, al lag hun sympathie zeker niet aan de zijde van Duitsland, gezien de ervaringen met de Baltische baronnen. Die groep zal niet blij zijn geweest met een oorlog tegen het ‘moederland’, maar er zijn weinig gevallen bekend van deloyaal gedrag van een Baltische Duitser tegenover Rusland. Velen van hen onderscheidden zich als officier in het Russische leger.

De strijd ontwikkelde zich niet in het voordeel van Rusland. Al in 1915 werden Russisch Polen, Litouwen en Zuid-Letland door de Duitsers veroverd.


■ Afbeelding 20. Kort na het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog werden in de westelijke provincies van het Russische rijk stomme stempels ingevoerd om identificatie van de post door de vijand te bemoeilijken. De stempels werden eind 1914 alweer buiten gebruik gesteld. Hier is het stomme stempel van Reval op een berichtkaart naar Sint-Petersburg (ondanks het stomme stempel was het wel duidelijk dat de kaart uit Reval kwam...). Aankomststempel van 3 september 1914. Een aardig detail is dat Sint-Petersburg op 18 augustus 1914 was herdoopt in Petrograd, maar in dit aankomststempel (een rolstempel zonder stempelvlag) staat nog steeds ‘Sint-Petersburg’

In februari 1917 2 maakte een volksopstand een einde aan de regering van de tsaar. De zwakke ‘voorlopige regering’ van Kerensky, die nu de zaken waarnam, was niet in staat het machtsvacuüm op te vullen. Nu de Russen meer energie staken in onderlinge ruzies dan in de oorlog, zag Duitsland zijn kans schoon. In september 1917 bezetten Duitse troepen de Lijflandse hoofdstad Riga. Terzelfder tijd veroverde de Duitse marine de Estische eilanden. In februari 1918 volgde een nieuw offensief, waardoor ook de rest van Letland en Estland in Duitse handen kwam.
Even voor de val van Tallinn riepen de Estische nationalisten de onafhankelijkheid uit (24 februari 1918). Waarschijnlijk was dit vooral bedoeld als tactische zet; op deze manier hoopten ze een betere onderhandelingspositie te krijgen tegenover de Duitsers. Veel effect had de onafhankelijkheidsverklaring niet. De Duitsers hadden hun eigen plannetjes met het Baltische gebied, die neerkwamen op annexatie, en negeerden de Estische nationalisten.
Tijdens de bezetting werden Duitse zegels en briefkaarten met opdruk Postgebiet Ob. Ost gebruikt (afbeelding 21). Die opdruk stond voor ‘Postgebiet des Oberbefehlshabers Ost’. De opdrukzegels waren ook geldig in Letland, Litouwen en delen van het huidige Polen en het huidige Wit-Rusland. Het Postgebiet kende een beperkt aantal postkantoren met Duitstalige stempels (in het latere Estland 14) en enige hulpkantoren zonder eigen stempels. De post werd niet bezorgd, maar moest op het dichtstbijzijnde kantoor worden opgehaald. In grotere plaatsen, zoals Dorpat, was wel een lokale besteldienst actief, die tegen een geringe vergoeding brieven aan huis bezorgde.


■ Afbeelding 21. Duitse briefkaart met opdruk Postgebiet Ob. Ost, verzonden van Dorpat naar Riga, 7 augustus 1918. De D in een cirkeltje is van de censuur in Dorpat


■ Afbeelding 22. ‘Noodzegel’ voor Dorpat, 4 maart 1918, op briefstukje en met het gebruikelijke vernietigingsstempel DORPAT
De stad die de Russen hadden herdoopt in Jurjev, kreeg dus zijn oude naam Dorpat weer terug. In dezelfde stad werden ook de beide postzegels uitgegeven die men met wat goede wil de eerste zegels van Estland kan noemen (afbeelding 22). Twee Russische zegels werden overdrukt met de waarde 20, resp. 40 Pfennig. Dit gebeurde op initiatief van de Duitse commandant in Dorpat, die een verwoed filatelist was. De zegels waren alleen geldig binnen het district Dorpat, maar post naar andere bestemmingen werd (ongelofelijk maar waar!) zonder extra kosten bijgefrankeerd met Ob.-Ost-zegels in Riga. Die stad fungeerde als centraal verzamelpunt voor alle post die een districtsgrens moest passeren.
Gezien de korte duur van de bezetting (van februari tot november 1918) is het niet verwonderlijk dat post uit deze periode schaars is.

Noot
  1. Rusland gebruikte tot februari 1918 nog de Juliaanse kalender, die achterliep ten opzichte van de Gregoriaanse kalender, die in West-Europa werd (en wordt) gebruikt. In 1917 was het verschil dertien dagen. Volgens onze tijdrekening voltrok de Februarirevolutie zich in maart en de Oktoberrevolutie in november. In het Balticum voerden de Duitsers de Gregoriaanse kalender in.





1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18