(Het Baltische Gebied, december 2008)
◄ Vorige pagina  Dit artikel is verdeeld over veertien webpagina’s.  Volgende pagina ►


Disclaimer

De Ordnungsdienst komt met postzegels
Er bestaan twee versies van het verhaal over het ontstaan van de opdrukzegels. Ik begin met die van het Illustriertes Briefmarken-Journal (1939).
In de ochtend van 22 maart 1939 kocht de Memeldeutsche Ordnungdienst bij een postkantoor een grote partij zegels van de serie ‘20 jaar onafhankelijkheid’ (Michel 425-428) op. De zegels werden naar de drukkerij Rytas (‘Ochtend’) gebracht. Dat was een gerenommeerde drukkerij, die verschillende zegels van Memel had gedrukt in de tijd dat Memel nog eigen zegels had. Rytas overdrukte de postzegels en die zegels werden direct te koop aangeboden op de kantoren van de Ordnungsdienst. De volgende dag waren ze al uitverkocht. De zegels werden verkocht tegen de nominale waarde plus een toeslag, maar hoeveel die toeslag bedroeg, is nergens opgetekend.
De Ordnungsdienst had over de opdrukzegels geen overleg gevoerd met de Duitse Reichspost, maar ze had wel de toestemming van het Direktorium, het bestuursorgaan voor het Memelgebied.

Dan nu de versie van Gustav Backe, chef de bureau van het hoofdpostkantoor in Memel van 23 maart 1939 tot de evacuatie van Memel in 1944 (opgenomen in Koch, 1961; vertaling van mijn hand):

Vlak voor de terugkeer van het Memelgebied naar Duitsland had de Memelländische Deutsche Partei voor een aanzienlijk bedrag, naar verluidt 65.000 Reichsmark, aan Litouwse postzegels in vier verschillende nominale waarden in beslag genomen en die door een plaatselijke drukkerij met een opdruk ‘Memelland wieder frei’ en een elandsgewei laten voorzien. Omdat de postzegels niet door een postale autoriteit waren uitgegeven, konden ze na de overname door de Duitse postdienst niet aan de loketten worden verkocht; als provisorische zegels werden ze echter op straat gretig afgenomen door de bevolking en vooral door de zeelui op de Duitse vloot die ter gelegenheid van de terugkeer van het Memelgebied op de rede en in de haven van Memel voor anker lag. Deze eigenmachtige uitgifte van een ‘vrijheidszegel’ bezorgde het postkantoor van Memel nog lange tijd veel werk en problemen. Onder de gegeven omstandigheden was het Reichspostministerium er namelijk mee akkoord gegaan dat deze speciale postzegels bij wijze van uitzondering tot en met 31 maart 1939 voor frankering van poststukken konden worden gebruikt.

Wie moeten we geloven? We kunnen in elk geval drie kanttekeningen plaatsen:
  • Het Illustriertes Briefmarken-Journal rapporteerde heet van de naald, twee maanden nadat de postzegels waren uitgegeven. Backe zette pas in 1961 zijn herinneringen op schrift.
  • We zien dat Backes geheugen hem in elk geval op één punt in de steek laat. De opdruk luidt ‘Memelland ist frei’ en niet ‘Memelland wieder frei’.
  • Aan de andere kant publiceerde het Illustriertes Briefmarken-Journal in de nazitijd (het blad werd uitgegeven door de uitgeverij Gebrüder Senf in Leipzig), toen je niet alles kon schrijven. Bijvoorbeeld niet dat de Ordnungsdienst niet betaalde voor de postzegels, maar ze simpelweg afpakte.

Ik vermoed dat zich het volgende heeft afgespeeld.
De Ordnungsdienst wist, net als het Direktorium van het Memelgebied, dat Von Ribbentrop Litouwen een ultimatum had gesteld. De banden met de nazitop in Duitsland waren hecht genoeg. In overleg met het Direktorium bereidde de Ordnungsdienst een stunt voor. Een creatieveling ontwierp alvast een opdruk. Toen Litouwen het ultimatum had ingewilligd, begaven leden van de Ordnungsdienst zich naar het postkantoor van Memel en namen daar de hele voorraad van de serie ‘20 jaar onafhankelijkheid’ in beslag. Ze namen de zegels gewoon in beslag; ze kochten ze niet. De leden van de Ordnungsdienst waren niet zo netjes. Vervolgens gingen ze naar drukkerij Rytas, waar ze de drukkers dwongen alles aan de kant te gooien om een cliché te maken voor de opdruk en de zegels te overdrukken. Daarna werden de overdrukte zegels gedistribueerd over hun eigen kantoren en een aantal postkantoren, waar inmiddels een ‘deutschfreundliche’ bemanning de zaak had overgenomen.

Het moet wel de Ordnungsdienst zijn geweest, en niet de Partei Neumann die dit alles voor elkaar kreeg. Een knokploeg boezemde ontzag in, een stel politici niet. Verder is het uiterst onwaarschijnlijk dat het Reichspostministerium op 23 maart al toestemming gaf voor het gebruik van de zegels voor frankering. Dat moet het Direktorium van het Memelgebied zijn geweest.
De eigen postzegels was een van de laatste wapenfeiten van de Memeldeutsche Ordnungsdienst. Al in mei 1939 werd de Ordnungsdienst omgezet in een SS-eenheid, de 105. SS-Standarte. Het schouderembleem van dit legeronderdeel was nog steeds het elandsgewei.





1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14